Horizontaal 1 надуть VPD KV n (6) 3 пойти PGe (5) 5 беречь VT m (5) 7 выражать TPD Lsgf (10) 9 лить GW 2pl (5) 11 краснеть 3sg (8) 15 лежать IGe (4) 16 покинуть IT (8) 17 будить 1sg (4) 18 признать VPD KV n (8) 19 сшить 1sg (5) 21 перегрызть IT (11) 22 соорудить IT (9) 23 молчать IGe (5) 24 стать GW 2sg (5) 25 ошибиться 3sg (8) Verticaal 1 начаться VT m (7) 2 давать GW 2sg (5) 3 плакать 1sg (5) 4 приклеивать PT (9) 6 гнуть 3sg (4)

8 осмотреть IT (11) 10 лежать 1sg (4) 12 начаться VT n (8) 13 служить TAD Gsgm (9) 14 ставить 1sg (6) 16 приехать IT (9) 17 бороться 1pl (7) 18 портить 1sg (5) 20 шептать 3sg (6)

Grammaticale afkortingen

• 1sg, 2sg, enz. betekenen 1e persoon singularis, 2e persoon singularis, enz.
• Indien er vóór en achter 1sg, 2sg, enz. geen verdere afkortingen staan, dan wordt naar de tegenwoordige tijd (presens) gevraagd.
• GW aan het begin van een afkorting = gebiedende wijs (imperatief): "GW 2sg" en "GW 2pl" betekenen 2e persoon singularis resp. pluralis van de gebiedende wijs.
• VT aan het begin van een afkorting = verleden tijd: "VT m" betekent mannelijke vorm singularis van de verleden tijd, "VT f" vraagt naar de vrouwelijke vorm singularis, "VT n" naar de onzijdige vorm singularis en "VT pl" naar de vorm van het meervoud.
• TAD, VAD, TPD en VPD zijn de afkortingen voor de deelwoorden: "TAD Nsgm" betekent nominatief singularis mannelijk van het tegenwoordig actief deelwoord, enz.
• LV en KV achter VPD = lange vorm resp. korte vorm: "VPD LV Dsgf" betekent datief singularis vrouwelijk van het verleden passief deelwoord, lange vorm; "VPD KV f" betekent vrouwelijk singularis van de korte vorm van het verleden passief deelwoord, enz.
• IGe en PGe = imperfectief resp. perfectief gerundium.
• IT en PT = imperfectieve resp. perfectieve tegenhanger van de gegeven infinitief.

© 2004 Jos Schaeken